Kijkje achter de lelieschermen

Op bezoek bij leliekweker Otto de Ruiter

Iedere week verlaten 180.000 stelen de kassen van leliekwekerij Curaçao in het Zuid-Hollandse ’s-Gravenzande. Kweker Otto de Ruiter vertelt er graag over zijn lelies.

"Je weet dat je een product maakt waar de mensen blij van worden. Niemand kijkt chagrijnig als hij bloemen krijgt."

De volle schoonheid van de lelie

Leliekweker Otto de Ruiter kweekt 60 bollen per vierkante meter, 300 vierkante meter per vak, 128 vakken in het hele kassencomplex. Dat zijn een heleboel lelies. Zo’n 80 procent is bestemd voor Engeland, de rest vooral voor Nederland. Na zo’n 9 à 10 weken hebben de knoppen de juiste lengte van 7 centimeter. Dan, precies op het juiste moment, ritst het mes door de steel. ‘Hoe rijper je ’m snijdt, hoe intenser de kleur.’ Thuis, in een vaas, als een chique bos bij elkaar of in mooie synergie met andere bloemsoorten in een boeket – dan pas mag de lelie haar volle schoonheid laten zien.

Ein Blick hinter die Lilienkulissen mit Otto de Ruiter
Op bezoek bij leliekweker Otto de Ruiter

De lelie als familietraditie

Familietraditie is het wel. Otto’s overgrootvader maakte manden, waarmee tulpenbollen werden vervoerd. Zijn zoon, Otto’s opa, begon na de oorlog een bloembollenhandel, waar ook de vader van Otto werkte. Die begon ook te kweken: tulpen en irissen. Otto de Ruiter zit al vanaf zijn 20ste in het vak, deed de tuinbouwschool, en nam zijn huidige bedrijf negentien jaar geleden over van zijn schoonvader, die overigens ook nog even aanwipt. ‘Gouwe gozer’, zegt hij als Otto een eindje verderop staat.

Spinazie en lelies

En natuurlijk geniet hij nog steeds van de pracht van zijn product. ‘Het is een verschrikkelijk mooie bloem. Maar ik kom niet elke week thuis met een bos lelies aanzetten; mijn vriendin neemt ook weleens een boeketje andere bloemen mee van de markt – zoals niemand het lekker vindt om altijd alleen maar spinazie te eten. Maar je weet dat je een product maakt waar de mensen blij van worden. Zoals mijn moeder blij is als ze met een grote bos lelies naar buiten loopt. Niemand kijkt chagrijnig als hij bloemen krijgt.’ En zo is het maar net.

Leliekweker Otto de Ruiter - Mooiwatbloemendoen.nl